Wij zetten ons in voor verandering van het Nederlandse economieonderwijs. We pleiten voor een pluralistisch curriculum en willen dat men met een kritische blik naar het huidige curriculum kijkt en blijft kijken. We streven naar meer pluralisme, zowel op methodologisch als theoretisch vlak.
Hoogleraren economie zijn belangrijke actoren als het gaat over de ontwikkeling van de economische wetenschap, en daarmee het economieonderwijs. Een hoogleraar draagt de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van nieuw onderwijs, het doen en publiceren van onderzoek en uiteindelijk het valoriseren van nieuw verworven kennis. De hoogleraren in de economische wetenschap zijn dus van groot belang voor het veranderen van het Nederlandse economieonderwijs. Dit maakt het extra belangrijk dat evenveel mannen als vrouwen deze belangrijke wetenschappelijke functie bekleden. Dit is tevens belangrijk omdat zo de diversiteit van denkideeën en visies toeneemt.
Er zijn echter nog steeds veel te weinig vrouwelijke economie hoogleraren in Nederland. Van alle hoogleraren in de economie is maar 9,3 % een vrouw. De economische wetenschap heeft daarmee het laagste aandeel vrouwelijke hoogleraren van alle Nederlandse wetenschappelijke disciplines. Gedrag en maatschappij en taal en cultuur staan hierbij bovenaan, met respectievelijk 29,2% en 28,2% vrouwelijke hoogleraren (Rathenau Instituut, 2016). Ook als het landelijke gemiddelde van 18,3% in acht wordt genomen kan vastgesteld worden dat de economische wetenschap achterblijft. In 2015 waren er 386 hoogleraren economie waarvan er slechts 36 vrouw waren. Een schrikbarend laag getal waar verandering in moet komen.
Maar waarom zijn deze aantallen zo laag en waarom juist in de economische wetenschap? Aan het aantal vrouwelijke promovendi ligt het in ieder geval niet; in 2015 was 43,2% van de promovendi vrouw en 56,7% een man (CBS, 2017). Bij elke stap die daarna gemaakt wordt op de wetenschappelijke ladder vindt een vermindering plaats van het aandeel vrouwen. Een van de redenen dat de aantallen laag zijn is dat de academische wereld een masculien netwerk is, waarbij nieuwe vacatures voor hoogleraren vaak ingevuld worden op basis van uitnodiging en dus geen open sollicitaties zijn. Het gevolg hiervan is dat mannelijke hoogleraren vaker andere mannen uitnodigen en zo de vrouwen over het hoofd worden gezien (van den Brink, 2011). Binnen de economische discipline kan dit fenomeen van het ‘old boys network’ wellicht ook het aandeel lage vrouwen verklaren; hoe groter het aandeel mannen hoe kleiner de kans dat zij een vrouwelijke collega zullen aandragen voor een open leerstoel.
In de afgelopen 10 jaar is het aandeel vrouwelijke hoogleraren in de economische wetenschap met een schamele 4,3% toegenomen. Als we deze groei de aankomende jaren aanhouden zal dat betekenen dat we pas over ongeveer 100 jaar net zo veel vrouwelijke als mannelijke hoogleraren economie zullen hebben. Dit kan en moet natuurlijk veel eerder gebeuren. Onderzoek heeft tenslotte aangetoond dat meer diversiteit in de top van organisaties resulteert in betere prestaties; het bevorderd de creativiteit en de besluitvorming (McKinsey & Company, 2007; Lückerath-Rovers, 2013).
In de afgelopen jaren is er een groeiende aandacht voor het onderwerp vrouwen in de wetenschap, en Rethinking Economics NL hoopt dat een evenredige verdeling van het hoogleraarschap eerder bereikt wordt dan pas over 100 jaar. Het achterblijvende aandeel vrouwelijke hoogleraren betekent namelijk ook een verlies van talent, en talentvolle wetenschappers zijn meer dan welkom in een wetenschapsgebied dat vanuit ons opzicht een transformatie zal moeten ondergaan.
Bronnen:
Lückerath-Rovers, M. (2013). Women on boards and firm performance. Journal of Management & Governance, 17(2), 491-509.
McKinsey & Company. (2007). Women Matter: Gender diversity, a corporate performance driver.
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2017, 21 april). Wetenschappelijk onderwijs; gepromoveerden aan universiteiten. Geraadpleegd van
http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=71247NED&D1=0&D2=1-2&D3=a&D4=l&VW=T
Rathenau Instituut. (2017, 27 augustus). De hoogleraar. Geraadpleegd van https://www.rathenau.nl/nl/page/de-hoogleraar
Geschreven door Tane Nieuweboer
Student Onderwijswetenschappen, Universiteit van Amsterdam
Hoogleraren economie zijn belangrijke actoren als het gaat over de ontwikkeling van de economische wetenschap, en daarmee het economieonderwijs. Een hoogleraar draagt de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van nieuw onderwijs, het doen en publiceren van onderzoek en uiteindelijk het valoriseren van nieuw verworven kennis. De hoogleraren in de economische wetenschap zijn dus van groot belang voor het veranderen van het Nederlandse economieonderwijs. Dit maakt het extra belangrijk dat evenveel mannen als vrouwen deze belangrijke wetenschappelijke functie bekleden. Dit is tevens belangrijk omdat zo de diversiteit van denkideeën en visies toeneemt.
Er zijn echter nog steeds veel te weinig vrouwelijke economie hoogleraren in Nederland. Van alle hoogleraren in de economie is maar 9,3 % een vrouw. De economische wetenschap heeft daarmee het laagste aandeel vrouwelijke hoogleraren van alle Nederlandse wetenschappelijke disciplines. Gedrag en maatschappij en taal en cultuur staan hierbij bovenaan, met respectievelijk 29,2% en 28,2% vrouwelijke hoogleraren (Rathenau Instituut, 2016). Ook als het landelijke gemiddelde van 18,3% in acht wordt genomen kan vastgesteld worden dat de economische wetenschap achterblijft. In 2015 waren er 386 hoogleraren economie waarvan er slechts 36 vrouw waren. Een schrikbarend laag getal waar verandering in moet komen.
Maar waarom zijn deze aantallen zo laag en waarom juist in de economische wetenschap? Aan het aantal vrouwelijke promovendi ligt het in ieder geval niet; in 2015 was 43,2% van de promovendi vrouw en 56,7% een man (CBS, 2017). Bij elke stap die daarna gemaakt wordt op de wetenschappelijke ladder vindt een vermindering plaats van het aandeel vrouwen. Een van de redenen dat de aantallen laag zijn is dat de academische wereld een masculien netwerk is, waarbij nieuwe vacatures voor hoogleraren vaak ingevuld worden op basis van uitnodiging en dus geen open sollicitaties zijn. Het gevolg hiervan is dat mannelijke hoogleraren vaker andere mannen uitnodigen en zo de vrouwen over het hoofd worden gezien (van den Brink, 2011). Binnen de economische discipline kan dit fenomeen van het ‘old boys network’ wellicht ook het aandeel lage vrouwen verklaren; hoe groter het aandeel mannen hoe kleiner de kans dat zij een vrouwelijke collega zullen aandragen voor een open leerstoel.
In de afgelopen 10 jaar is het aandeel vrouwelijke hoogleraren in de economische wetenschap met een schamele 4,3% toegenomen. Als we deze groei de aankomende jaren aanhouden zal dat betekenen dat we pas over ongeveer 100 jaar net zo veel vrouwelijke als mannelijke hoogleraren economie zullen hebben. Dit kan en moet natuurlijk veel eerder gebeuren. Onderzoek heeft tenslotte aangetoond dat meer diversiteit in de top van organisaties resulteert in betere prestaties; het bevorderd de creativiteit en de besluitvorming (McKinsey & Company, 2007; Lückerath-Rovers, 2013).
In de afgelopen jaren is er een groeiende aandacht voor het onderwerp vrouwen in de wetenschap, en Rethinking Economics NL hoopt dat een evenredige verdeling van het hoogleraarschap eerder bereikt wordt dan pas over 100 jaar. Het achterblijvende aandeel vrouwelijke hoogleraren betekent namelijk ook een verlies van talent, en talentvolle wetenschappers zijn meer dan welkom in een wetenschapsgebied dat vanuit ons opzicht een transformatie zal moeten ondergaan.
Bronnen:
Lückerath-Rovers, M. (2013). Women on boards and firm performance. Journal of Management & Governance, 17(2), 491-509.
McKinsey & Company. (2007). Women Matter: Gender diversity, a corporate performance driver.
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2017, 21 april). Wetenschappelijk onderwijs; gepromoveerden aan universiteiten. Geraadpleegd van
http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=71247NED&D1=0&D2=1-2&D3=a&D4=l&VW=T
Rathenau Instituut. (2017, 27 augustus). De hoogleraar. Geraadpleegd van https://www.rathenau.nl/nl/page/de-hoogleraar
Geschreven door Tane Nieuweboer
Student Onderwijswetenschappen, Universiteit van Amsterdam